Wat is de betekenis van Sap?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sap

o. (-pen), 1. vocht dat zich in planten, plantendelen of vruchten bevindt of er uit verkregen is: het sap der druiven wordt gegist; het sap uit een citroen knijpen; wanneer het sap in de bomen begint te werken; (fig.) wat hij zegt, heeft sap noch kracht, bezit totaal geen waarde; (Zuidn.) hij heeft geen sap meer in zi...

2025-07-16
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

sap

I inktlapje; kertas sap, vloeipapier. II rij, reeks, gelid; bersap-sap, in rijen.

2025-07-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

sap

1) (2000+) (radio) geluid. • (http://www.uithilversum.nl/radiojargon) 2) (1943) (Amsterdam) kroeg. • sap, kroeg, Smis 1943. (Jan Berns m.m.v. Jolanda van den Braak: Taal in stad en land. Amsterdams. 2002) 3) (1982) (inf.) vaginavocht of sperma. Spanjaarden noemen dit ‘jalea’ (gelei). • Ze had...

2025-07-16
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Sap

Zie Sabe

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sap

sap - zelfstandig naamwoord 1. vocht van een vrucht of plant ♢ heb jij het sap van een mango wel eens geproefd? Zelfstandig naamwoord: sap het sap de sappen het sapje

2025-07-16
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

sap

Levensvocht of levenssap in organische lichamen, planten, vruchten, vlees e.d. zoals bijvoorbeeld vruchtensappen, vleessappen e.d.

2025-07-16
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Sap

Sap, Gustaaf, Belgisch rooms katholiek politicus, *21.1.1886 Kortemark, +19.3.1940 Brussel. Sap was van 1919 tot 1940 volksvertegenwoordiger. Van 1932 tot 1934 was hij minister van Openbare Werken en van Landbouw en Middenstand; in 1934 van Financiën en van 1939 tot 1940 van Economische Zaken en Ravitaillering. Hij was sinds 1919 beheerder van het...

2025-07-16
Kleine woordentolk der geesteswetenschappen

A.J.H. van Leeuwen, A.P. Meyer-Gerhard (1977)

SAP

(zig) De slang uit het paradijs.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

sap

sap - vrouwelijk lustvocht, liefdessap. Na een poosje (kwam ze) hevig klaar. Mijn lakens waren nat van haar sappen, Pornopoes 16, 48 [1975].