Wat is de betekenis van Rigor?

ōris, m. 1. in ’t alg., onbuigzaamheid, stijfheid, hardheid, ferri, Verg.; overdr., onbuigzaamheid, hardheid, strengheid, trots. 2. meton., strenge koude, Alpinus, Ov., rigore torpere, Liv.

stijfheid, rigiditeit; heat rigor, warmtestijfheid; rigo mortis, lijkstijfheid; rigor nervorum tetanus, stijf kramp; rigor tremens, paralysis agitans.

m. streng-, hard-, onbuigzaamheid; en strikt genomen; ser de rigor, volstrekt noodzakelijk zijn.

is een stijfheid van de spieren, die ontstaat bij ziekten van het corpus striatum. Dit corpus striatum is een groot conglomeraat van zenuwcellen in de diepte van de hersenhemisferen. De meest bekende ziekte die met rigor gepaard gaat is de paralysis agitans of ziekte van Parkinson.

Verstijving, meestal gebruikt als afkorting van rigor mortis, lijkverstijving. Deze begint enkele uren (meestal ongeveer 1½ uur) na den dood aan gezichts- en halsspieren en breidt zich geleidelijk uit naar beneden over de andere spieren van het lichaam. Na 7 tot 9 uur is de lijkverstijving volledig. Het is dan zeer moeilijk en slechts met gr...

(Lat.), verstijving. R. mortis (mors, gen. mortis, de dood), lijkverstijving.

(Lat.), verstijving, spierstijfheid door extrapyramidale aandoeningen. R. mortis (mors, gen. mortis, de dood), lijkverstijving.

[Lat.], m., (geneeskunde) stijfheid; mortis, lijkstijfheid, enige uren na de dood optredend door stolling van de lichaamseiwitten.

...