Rigorisme
o., te strenge zedenleer; al te strenge opvatting in het opleggen van zedelijke verplichtingen.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., te strenge zedenleer; al te strenge opvatting in het opleggen van zedelijke verplichtingen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
is een te grote gestrengheid in het naleven of interpreteren van leefregels en wetten of in het opstellen van een zedenleer of onderdelen daarvan. Soms is het een gemis aan soepelheid in zover men rechtmatige uitzonderingen op een leefregel of wet niet weet te aanvaarden. Andere keren is het een miskenning van lagere waarden ter wille van hogere; v...
Winkler Prins (1949)
(Lat. rigor, hardheid), in het alg. ieder denken en handelen, dat een bepaalde lijn tot in de uiterste consequenties doortrekt. In de R.K. moraaltheol. tegenover het laxisme de opvatting, dat men tot het nakomen van een wet verplicht is, zolang de veronderstelling daarvan bevrijd te zijn niet op zekere of tenminste hoogst waarschijnlijke gronden be...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: