Wat is de betekenis van Rigorist?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rigorist

m. (-en), strenge zedenleraar; aanhanger der gestrenge grondbeginselen van het strafrecht.

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Rigorist

aanhanger van het rigorisme.

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Rigorist

zeer strenge zedenrechter; man van zeer strenge beginselen

2025-07-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

rigorist

persoon die streng in de leer is, zich streng houdt aan de regel.

2025-07-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

rigorist

m. uiterst gestreng zedenleraar; aanhanger v. d. tot in t uiterste gestrenge toepassing v. h. strafrecht.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rigorist

(’rist) m. (-en) uiterst streng zedenleraar. Tgst. latitudinair.

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

rigorist

rigorist - m., zeer strenge zedenrechter: man van zeer strenge beginselen.

2025-07-26
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Rigorist

Fr., persoon die de strengheid zijner beginselen overdrijft.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rigorist

Rigorist - m. (-en), strenge zedenleeraar ; aanhanger der gestrenge grondbeginselen van het strafrecht.

Gerelateerde zoekopdrachten