Wat is de betekenis van Reid?

2025-07-17
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Reid

Friese naam. Klankwettig is herkomst van Oudfries rîda 'rijden, wandelen' mogelijk, een woord dat ook in enkele Germaanse namen als naamstam gebruikt werd; vergelijk Ridder.

2025-07-17
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Reid

praatjes, gepraat; Nieuwhoogduits Rede.

2025-07-17
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Reid

Reid - zie R. J. de Jong.

2025-07-17
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Reid

m Fri. naam. Klankwettig is herkomst van Oudfries rfda ‘rijden, wandelen’ mogelijk, ook in enkele Germ. namen als naamstam gebruikt; vgl. Ridder.

2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Reid

1° Thomas, Schotsch wijsgeer. * 1710 te Strachan, † 1796 te Glasgow. Hoogleeraar te Aberdeen en Glasgow. Aanvankelijk aanhanger van Berkeley, kwam R. uit reactie tegen het scepticisme van ➝Hume tot een eigen kennisleer, die de beoordeeling van waar of valsch aan den common sense, het gezonde menschelijk verstand, toeschrijft, en de zeker...

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Reid

(ri:d) (Thomas) Schots wijsgeer, ° 1710, ♱ 1796 te Glasgow; voornaamste vertegenwoordiger van de Schotse school.

2025-07-17
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Reid

Reid. Onder dezen naam vermelden wij: Thomas Reid, een Schotsch wijsgeer. Hij werd geboren den 26sten April 1710 te Strachan in Kincardineshire, aanvaardde in 1751 de betrekking van hoogleeraar te Aberdeen en in 1763 die te Glasgow, en overleed aldaar den 7den October 1796. Hij is de vader der wijsbegeerte van het gezond verstand (common sense), al...

2025-07-17
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)