Wat is de betekenis van Reeuwen?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Reeuwen

(reeuwde, heeft gereeuwd), (gew.) een lijk afleggen.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

reeuwen

reeuwde, h. gereeuwd (een lijk afleggen, het wassen en reinigen).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

reeuwen

(reeuwde, heeft gereeuwd) Gew. een lijk afleggen.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

reeuwen

(reeuwde, heeft gereeuwd), (een lijk) afleggen.

2025-07-17
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Reeuwen

een lijk afleggen, wasschen en reinigen; reeuwplek, doodvlek, plek waaraan men kan zien dat de dood ingetreden is.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Reeuwen

Reeuwen - (reeuwde, heeft gereeuwd), (gew.) een lijk van doodsschuim en andere onreine stoffen zuiveren; afleggen.

2025-07-17
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

reeuwen

Cadauera curare: pollincere: & Curare peste infectos.