Polarisator
instrument waarmee men licht kan polariseren
Veerman (1954)
Apparaat waarmede lineair gepolariseerd licht wordt verkregen, meestal bestaande uit kristallen of combinaties van kristallen, die alleen het licht, dat in een bepaalde richting trilt, doorlaten (z. Licht).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Polarisator - bij een optisch instrument, waarbij gepolariseerd licht wordt gebruikt, het deel, dat het licht polariseert. Gewoonlijk bestaat het uit een dubbelbrekend prisma, resp. een combinatie hiervan (b.v. een nicol), soms is het ook een spiegel, waarop het licht onder den polarisatiehoek invalt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), materiaal of apparaat dat slechts gepolariseerd licht doorlaat; soms uitgevoerd als een schijfje (b.v. polaroid). (e) Laat men een lichtbundel achtereenvolgens op twee polarisators in de ‘gekruiste’ stand vallen (d.i. loodrecht op elkaar qua polarisatierichting), dan wordt geen licht doorgelaten. Draait men de tweede polarisato...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: