plain
(bijvoeglijk naamwoord) puur, onopgesmukt, eenvoudig eerlijk, onomwonden, oprecht alledaags, regulier [glas] helder
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(bijvoeglijk naamwoord) puur, onopgesmukt, eenvoudig eerlijk, onomwonden, oprecht alledaags, regulier [glas] helder
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. af vlak, effen; eenvoudig; onopgesmukt, ongekunsteld; ongelinieerd; ongekleurd; glad [v. ring]; zonder mondstuk [v. sigaret]; puur [v. chocolade]; niet mooi; gewoon, alledaags, lelijk; openhartig, rondborstig; duidelijk; plain clothes, burgerkleren; plain dealing, oprechtheid, rondheid, eerlijkheid; plain soda-water, sodawater zonder iets erin;...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: