Wat is de betekenis van Peiling?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Peiling

v. (-en), 1. het onderzoeken van diepte van iets: de peiling van het vaarwater, vati een wonde; 2. het nagaan van de hoogtestand van het water in een schip, een stoomketel enz.; 3. het op peil brengen van de waterstand: de molenaars moeten acht geven op de peiling van het boezemwater; 4. waarneming van de kompasstreek waarin men iets aanschouwt: p...

2025-07-24
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Peiling

Peiling - iemand in de peiling houden: in het oog houden. Iemand in de peiling nemen: voor de gek houden. Iets in de peiling hebben: het snap­ pen; het in de gaten houden. Peilen is eigenlijk het bepalen van de richting door middel van een kompas en door zich te richten op een vast punt, meestal een vuurtoren.

2025-07-24
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Peiling

in de - houden in het oog houden. Oorspr. een zeemans uitdr. Peilenbet. hier ‘zijn richting bepalen’ (door zich te oriënteren op vuurtorens of andere zichtbare punten aan de wal). Op een kompasroos werd de richting van een voorwerp bepaald. ... als je ’m van af de Nieuwe brug in de peiling kreeg... (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was, 1901)...

2025-07-24
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Peiling

Peiling - de hoek die men ziet tussen het noorden en het gepeilde voorwerp. De rechtwijzende peiling RP is de peiling ten opzichte van het ware noorden, de kompaspeiling KP ten opzichte van het kompasnoorden. Als men bij de peiling RP 1800 op telt (of ervan aftrekt) vindt men de lijn door het voorwerp waarop het schip zich bevindt. Peilingen kunnen...

2025-07-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Peiling

richting of bepaling van richting door middel van een vizierinrichting, bijv. door peilkompas. Kruisp. is plaatsbepaling van een in zicht van de kust varend of ten anker liggend schip door middel van twee of meer elkander snijdende richtingslijnen. Radiop. geeft de richting van radiostations aan land door middel van een radiorichtingzoeker. Voor P....

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

peiling

v. peilingen (het peilen).

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Peiling

Bepaling van de diepte van een water. Bij niet te groote diepte maakt men gebruik van de peilstang, een ronden houten stok met ijzeren schoen, met verdeeling in dm. Bij diepten van 8 m en meer geschiedt de p. met het peillood, d.i. een gewicht aan een door leertjes verdeeld koord. Wil men bijv. het dwarsprofiel van een rivier bepalen, dan peilt men...

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

peiling

v. (-en), 1. het peilen, b.v. de diepte van iets,: de peiling van het vaarwater, van een wond; 2.het op-peil-brengen van de waterstand: de molenaars moeten acht geven op de peiling van het boezemwater; 3. waarneming van de kompasstreek waarin men iets aanschouwt: nemen; iets in de peiling nemen; Peiling op de breedte, op de lengte; (oneig.) iet...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Peiling

z.n.v. - De daad van Peilen.