Wat is de betekenis van pasvorm?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pasvorm

m. (-en), 1. vorm, snit, coupe : dit kostuum heeft een goede pasvorm ; schoenen met een goede pasvorm; 2. (drukk.) het zetsel van in verschillende kleuren uit te voeren boekdruk.

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pasvorm

pasvorm - zelfstandig naamwoord uitspraak: pas-vorm 1. manier waarop een kledingstuk of een kapsel geknipt is ♢ de pasvorm van deze schoenen is fantastisch Zelfstandig naamwoord: pas-vorm de pasvorm ...

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pasvorm

('pas) m. (-en) vorm van een kledingstuk wat betreft het passen: een lompe, korrekte -.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pasvorm

m. (-en), 1. vorm, snit, coupe: dit kostuum heeft een goede ; schoenen met een goede pasvorm ; 2. (drukkerij) het zetsel van in verschillende kleuren uit te voeren boekdruk.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)