paardehaar
o. (...haren) 1. Eig. haar meest uit de staart van een paard : kussens met opgevuld. 2. Metn. weefsel van paardehaar : een rustbank met overtrokken.
Jozef Verschueren (1930)
o. (...haren) 1. Eig. haar meest uit de staart van een paard : kussens met opgevuld. 2. Metn. weefsel van paardehaar : een rustbank met overtrokken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-haren), haar van een paard. Het haar van de staart en de manen van paarden wordt gebruikt voor borstelwerk, vulling, stoffering van meubelen en diverse technische doeleinden. Het lange staarthaar dient voor strijkstokken voor strijkinstrumenten en de kortere haren van staart en manen worden als inslag in geweven tussenvoering voor kleding ver...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: