Ouderlijk
bn., van de ouders : de ouderlijke woning : het ouderlijke huis; het ouderlijke hart; — de ouderlijke macht, het wettig gezag der ouders over hun kinderen; — de ouderlijke liefde, liefde der ouders tot hun kinderen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., van de ouders : de ouderlijke woning : het ouderlijke huis; het ouderlijke hart; — de ouderlijke macht, het wettig gezag der ouders over hun kinderen; — de ouderlijke liefde, liefde der ouders tot hun kinderen.
Muiswerk Educatief (2017)
ouderlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ou-der-lijk 1. van je ouders ♢ dit is een foto van mijn ouderlijk huis Bijvoeglijk naamwoord: ou-der-lijk de/het ouderlijke ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., âlderlik; — erfgoed, âlders-erf (it), âldersgoed (it); in mijn — huis, by ûs yn ’e hûs.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (van de ouders): de ouderlijke woning, het ouderlijke huis, het ouderlijke hart; de ouderlijke liefde, liefde der ouders tot hun kinderen; ouderlijke macht, (rechtst.) het wettig gezag van de beide ouders over hun kinderen.
J.H. van Dale (1898)
Ouderlijk bn. van de ouders: de ouderlijke woning; het ouderlijke huis; het ouderlijke hart; de ouderlijke liefde, liefde der ouders tot hunne kinderen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: