Wat is de betekenis van Opstuwen?

(stuwde op, heeft en is opgestuwd), 1. (overg.) door een van onderen werkende kracht opwaarts drijven: elk lichaam dat in een vloeistof wordt gedompeld wordt opgestuwd; 2. (overg.) door een waterkering tegenhouden, opstoppen; 3. (onoverg.) tegengehouden worden, vastlopen; 4. (overg.) voortstuwen; 5. (overg.) als lading opstapelen: zakken pirami...

v., opstouwe.

stuwde op, h. opgestuwd (het water omhoog drijven of doen rijzen door dammen, schotten). optakelen, takelde h. opgetakeld (1 met een takel of takels ophijsen; 2 van tuig en takels voorzien): 1. vaten opstuwen; 2. een schip optuigen; fig. zich opstuwen, zich opdirken.

→ Stuw.

('op) (stuwde op, heeft opgestuwd) 1. opwaarts stuwen: een -de zuigpomp. 2. door een stuw, een waterkering tegenhouden: water -.

(stuwde op, heeft en is opgestuwd), 1. door een van onderen werkende kracht opwaarts drijven: elk lichaam dat in een vloeistof wordt gedompeld, wordt opgestuwd; 2. door een waterkering tegenhouden, opstoppen; 3. voortstuwen; 4. in een depot, als lading opstapelen: zakken piramidaal opstuwen.

Opstuwen - (stuwde op, heeft opgestuwd), in ’t stroomen tegenhouden: water opstuwen, het water tegenhouden, het doen rijzen door het in zijn loop te stremmen. OPSTUWING, v.

...