Wat is de betekenis van Opsouperen?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opsouperen

(soupeerde op, heeft opgesoupeerd), (alleen oneig.) opmaken, verbrassen: al zijn geld opsouperen.

2025-07-17
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

opsouperen

betekenis opmaken, volledig verbruiken uitspraak [op-soe-pee-ruhn] citaat "Die steun is noodzakelijk om de enorme uitstroom bij de bankente compenseren. Door de grote bedragen die worden weggesluisd, hebben de banken die buffer echter al zo goed als volledig opgesoupeerd." Bron: Griekse banken blijven zeker een week dicht (HP/De Tijd, 2...

2025-07-17
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Opsouperen

Geheel benutten van de financiële ruimte.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opsouperen

(soupeerde op, heeft opgesoupeerd), opmaken, verbrassen: een erfenis opsouperen. op spannen (spande op, heeft en is opgespannen), op, over of in iets spannen, door het te bevestigen en aan te trekken: snaren opsouperen ; een trommel opspannen, het trommelvel spannen; (weverij) een ketting opspannen, stevig vastmaken.

2025-07-17
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

opsouperen

opsouperen geleed woord

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten