Opsouperen
(soupeerde op, heeft opgesoupeerd), (alleen oneig.) opmaken, verbrassen: al zijn geld opsouperen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(soupeerde op, heeft opgesoupeerd), (alleen oneig.) opmaken, verbrassen: al zijn geld opsouperen.
Genootschap Onze Taal (2020)
betekenis opmaken, volledig verbruiken uitspraak [op-soe-pee-ruhn] citaat "Die steun is noodzakelijk om de enorme uitstroom bij de bankente compenseren. Door de grote bedragen die worden weggesluisd, hebben de banken die buffer echter al zo goed als volledig opgesoupeerd." Bron: Griekse banken blijven zeker een week dicht (HP/De Tijd, 2...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(soupeerde op, heeft opgesoupeerd), opmaken, verbrassen: een erfenis opsouperen. op spannen (spande op, heeft en is opgespannen), op, over of in iets spannen, door het te bevestigen en aan te trekken: snaren opsouperen ; een trommel opspannen, het trommelvel spannen; (weverij) een ketting opspannen, stevig vastmaken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: