Oerwoud
o. (-en), oerbos.
Marc De Coster (2020-2025)
(2000+) (inf.) grote bos schaamhaar. Zie ook: bermudadriehoek*; bos*; grasveldje*; ontplofte mol*; pakje shag. • Ik heb in het ziekenhuis vrouwen met een heel oerwoud gezien. (Stine Jensen: Turkse vlinders. 2012) • Bij hippe dames uit Ruigoord groeide het ongerepte oerwoud bijna onder de broekspijpen uit... (Jeroen Guliker: Niet voor ter...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
oerwoud - Zelfstandignaamwoord 1. woud, grotendeels in zijn natuurlijke, ongeschonden staat Woordherkomst afgeleid van woud met het voorvoegsel oer- Synoniemen jungle, rimboe, oerbos
Muiswerk Educatief (2017)
oerwoud - zelfstandig naamwoord uitspraak: oer-woud 1. groot bos dat nog niet door mensen is aangetast ♢ in het oerwoud leven nog mensapen Zelfstandig naamwoord: oer-woud het oerwoud de...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: