Wat is de betekenis van miskleun?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

miskleun

(1947) (inf.) mislukking; flater. • De Officier eiste dan ook de maximumstraf voor heling tegen hem, n.l. 3 jaar. In goed Amsterdams verdedigde de Mokumer zich ten slotte. Dé postkantoorzaak was voor hem een 'miskleun' geweest. (Het vrije volk, 05/06/1947) • Vanmorgen luchtte J. met bulderende stem zijn opgekropte gemoed over dez...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

miskleun

miskleun - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miskleunen ♢... dat ik miskleun

2025-07-24
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Miskleun

Het woord miskleun en het erbij behorende werkwoord miskleunen maken de indruk nieuwvormingen te zijn. Men vindt ze wel eens in de krant en zeworden, vooral in gemeenzaam taalgebruik, gebezigd voor: fout, vergissing, mislukking, nadeel en de werkwoorden die deze begrippen uitdrukken. Maar in plaats van jong is miskleun oud, niet uit omstreeks 1960,...

2025-07-24
Signalement van nieuwe woorden

Riemer Reinsma (1975)

miskleun

Fout, misgreep. Hitweek is voor progressieve jongeren, maar dat deze vooruitstrevende concentratie beweert dat pornografie voor de huidige generatie geen enkel probleem is (...) is toch wel een progressieve miskleun. HITWEEK nr. 43, 2 Het water is van iedereen en zo de lucht, de aarde. En als we dat beseften zouden we ook niet zo lelijk de hele za...

2025-07-24
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

Miskleun

verkeerd optreden; fout.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)