Wat is de betekenis van miskleuner?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

miskleuner

(1969) (Barg., scheldw.) (meestal voorafgegaan door ‘vuile’) bedrieger, verrader. • De oudste broer vroeg of ik ook wat te eten wilde hebben. Maar ik was gewoon misselijk geworden van die vuile miskleuner. (Haring Arie: Tweede Boek. 1969)

Gerelateerde zoekopdrachten