Wat is de betekenis van miskleunen?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

miskleunen

(1935) (inf.) niets krijgen (van gestolen buit); mislukken; blunderen; een grote stommiteit uithalen. Zie ook: miskleun*. • 'k Wil later geen bonje over 't miskleune hebbe. (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935) • Miskleunen, (z.h.) iemand het hem toekomende (?) deel van de post niet geven; een tussenpersoon in de (zwarte) hand...

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

miskleunen

miskleunen - Werkwoord 1. (inerg) op onnadenkende wijze iets volledig verkeerd aanpakken Hij had daarbij flink misgekleund en de gevolgen bleven niet uit.

2025-07-29
Signalement van nieuwe woorden

Riemer Reinsma (1975)

miskleunen

(kleunde mis, heeft misgekleund). Mislukken; falen, misgrijpen. Militaire oefening in Drente kleunde mis. PAROOL 16.7. 1954 Het (t.w. het dagelijks een stukje in de krant schrijven) is natuurlijk een belachelijke opgave, maar juist omdat het elke dag moet, wordt er veel vergeven. Juist omdat ik dagelijks schrijf, wordt schrijven een nederige klus,...

2025-07-29
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

miskleunen

(z.h.) iemand het hem toekomende (?) deel van de post niet geven; een tussenpersoon in de (zwarte) handel er uit drukken om provisieloon niet uit te betalen.

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)