Wat is de betekenis van Manoeuvreeren?

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

manoeuvreeren

manoeuvreeren - vloot- of veldoefeningen houden ; maatregelen nemen ; rangeeren van spoortreinen ; kuipen.

2025-07-17
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Manoeuvreeren

oefeningen houden, handbewegingen maken.

2025-07-17
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Manoeuvreeren

oefeningen houden; slinksche streken uithalen; zijn maatregelen nemen; een schip sturen.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Manoeuvreeren

MANOEUVREEREN, (manoeuvreerde, heeft gemanoeuvreerd), oefening houden de troepen, de eskaders manoeuvreerden; — (gemeenz.) handelen, optreden, draaien hij wist het zoo te manoeuvreeren, dat zijn broer benoemd werd.

2025-07-17
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

manoeuvreeren

manoeuvreeren - ow. gel., oefeningen houden; de troepen, de eskaders manoeuvreerden

2025-07-17
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Manoeuvreeren

o.w. – Bastertwoord, gebezigd, als men van een schip spreekt, dat de stelling zijner zeilen verandert om de beweging te volgen, welke het roer hen mededeelt. Dat schip kan by windstilte niet manoeuvreeren. Een vloot wordt gezegd te manoeuvreeren als de schepen zich, naar de gegeven bevelen, in verschillende richtingen begeven, van linie veran...

Gerelateerde zoekopdrachten