Wat is de betekenis van longpijp?

2025-07-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Longpijp

v. (-en), elk der beide hoofdtakken (bronchia) van de luchtpijp.

2025-07-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Longpijp

s., longpiip.

2025-07-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

longpijp

v. longpijpen (elk der beide vertakkingen van de luchtpijp, welke deze met de longen verbinden; ook: de luchtpijp).

2025-07-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

longpijp

(’longpijp) v. (-en) 1. een der beide vertakkingen van de luchtpijp naar de → longen. 2. Uitbr. luchtpijp.

2025-07-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

longpijp

v./m. (-en), bronchus, elk van de beide hoofdtakken van de luchtpijp.

2025-07-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-18
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)