Wat is de betekenis van logen?

I. (loogde, heeft geloogd), met loog behandelen. II. v. (-s), (in verheven stijl) leugen (zie ald.).

logen - Werkwoord 1. (ov) langdurig blootstellen aan een bijtende vloeistof ♢ Ik loogde dus de kasten en de kisten gewoon achter of voor mijn huis; het zou nu niet meer mogen. logen - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van liegen ♢Wij logen...

of wateren van hout is het gedurende geruime tijd in water opslaan van stammen of balken. Aan deze behandeling worden de volgende gunstige werkingen toegeschreven: 1. evt. in het hout aanwezige zwammen en insecten worden gedood en nieuwe aantasting wordt voorkomen, zolang het in het water ligt; 2. geloogd hout zou, nadat het gezaagd is, gemakkelij...

v., leagje.

I. loogde, h. geloogd (in loogwater zetten, met loog behandelen): linnen, vlas logen. II. v. logens (leugen).

I. enz. Verh. leugen. II. (loogde, heeft geloogd) in loogwater zetten: linnen -.

(loogde, heeft geloogd), met loog behandelen.

logen geleed woord Zie: loog

Logen v. (-s). Zie LEUGEN met al de samenstellingen.