Lazarus
1. bedelaar in een gelijkenis van Jezus (Luc. 16 : 20): 2. vriend van Jezus, broeder van Maria en Martha. Door Christus wordt hij uit de dood opgewekt (Joh. 11 :1).
Van Dale Uitgevers (1950)
1. bedelaar in een gelijkenis van Jezus (Luc. 16 : 20): 2. vriend van Jezus, broeder van Maria en Martha. Door Christus wordt hij uit de dood opgewekt (Joh. 11 :1).
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1673) (inf.) stomdronken. Letterlijk: besmet met lazerij; melaats, maar deze betekenis is verouderd. De besmettelijke ziekte melaatsheid wordt sinds de Middeleeuwen geassocieerd met de bijbelse figuur Lazarus, een bedelaar vol zweren (uit het evangelie van Lucas 16:20). Wat `melaatse' hier met dronkenschap te maken heeft, is niet meteen duideli...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Meertens Instituut (2020)
Van Hebreeuws El'azar 'God helpt'. Lazarus is de Latijnse (en Griekse) vorm. Hij komt voor als de naam van de bedelaar in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus (zie de Bijbel, in Lucas 16, 19-31) en van de broer van Maria en Martha, die door Christus uit de dood werd opgewekt (idem, in Johannes 11). Het is ook de naam van een 5e-eeuwse...
Wiktionary (2019)
lazarus - Bijvoeglijk naamwoord 1. zo dronken dat iemand bijna dood lijkt ♢ Autoriteiten op Mallorca en Ibiza willen dat in vliegtuigen naar Spanje geen druppel meer wordt gedronken. Dit moet voorkomen dat vakantiegangers lazarus op hun bestemming arriveren. ♢ Sind...
Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)
Lazarus (1), Lazarus van Betanië, die door Jezus uit de dood werd opgewekt; (fig.) persoon of instelling die hersteld is van een slechte situatie. Lazarus zijn, dronken zijn. Twee mannen met de naam Lazarus spelen een rol. De ene is de bekende Lazarus van Betanië, die door Jezus uit de dood werd opgewekt. Zijn verhaal wordt verteld in Johannes 11....
Muiswerk Educatief (2017)
lazarus - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: la-za-rus 1. onder invloed van alcohol zodat je niet meer helder kunt denken ♢ zijn vader is regelmatig lazarus Bijvoeglijk naamwoord: la-za-rus
Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)
Melaatse, leproos, iemand die vol met puisten en zweren zit, en lazarushoofd: een hoofd bedekt met zweren, beide genoemd naar Lazarus, de arme bedelaar in het evangelie van Lucas, die met zweren en wonden overdekt aan de poort van het huis van de rijke man ligt (Lucas 16: 20,21). De melaatsheid is ons uit de Bijbel voldoende bekend. Zara’ath...
Hans Biedermann (1992)
de ‘arme Lazarus’, in de gelijkenis van Jezus (Lucas 16:19-30) symbolische figuur voor de op aarde aan armoede en ziekte lijdende mens die daarvoor in het hiernamaals schadeloos wordt gesteld, terwijl zijn pendant, de rijke man, na zijn dood pijn lijdt in het laaiende hellevuur. Lazarus rust ‘in Abrahams schoot’; zijn tegens...
Dr. Johannes van der Schaar (1964)
m Van Hebr. El’azar 'God helpt'. Lazarus is de (Gri. en) Lat. vorm. Hij komt voor als de naam van de bedelaar in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus (Luc. 16, 19-31) en van de broer van Maria en Martha, die door Christus uit de dood werd opgewekt (Joh. 11). Naam van een 5e-eeuwse bisschop van Aix, waardoor later de leg...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: