Wat is de betekenis van Knaapspijker?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knaapspijker

m. (-s), klampspijker.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Knaapspijker

KNAAPSPIJKER, m. (-s), klampspijker.

Gerelateerde zoekopdrachten