Wat is de betekenis van Jacobsladder?

v. (-s), 1. (eig.) de ladder in het bekende droomgezicht van de aartsvader Jacob (Gen. 28 : 12); — (fig.) middel tot gemeenschapsoefening met de hemel; — zeer lange ladder naar de top van een molen ; — (zegsw.) ’t was een hele Jacobsladder, een hele rij van klachten, een lang en vervelend verhaal; 2. (op schepen) kor...

(19e eeuw) (epon.) in de scheepvaart: een touwladder met houten sporten, om van het dek over de verschansing heen in het onderwant te komen. Een ketting zonder eind, bevestigd aan bijv. een baggermachine, wordt ook een jacobsladder genoemd. Ontleend aan de bijbel (Genesis 28 vers 12): dit was de ladder die tot aan de hemel reikte en die aartsvader...

1. (techn.) De j. is een werktuig voor het transporteren van zeer uiteenlopend materiaal. I.v.m. dit laatste is de bouw verschillend, maar steeds is een band- of ketting-zonder-eind aanwezig. Vaak is deze voorzien van bakjes, dwarsplaten, vorken e.d. Meestal wordt de j. gebruikt voor transport naar boven, soms voor vervoer in horizontale richting.O...

s., jabiksljerre, -ljedder.

(1) (Polemonium coeruleüm), plant uit de Vlambloemfam.*. Samengestelde bladeren, rechtopstaande stengel. Trossen van talrijke witte of blauwe bloemen. N.-Europa, N.-Azië, N.-Amerika. Hier soms verwilderd;(2) veel gebruikte naam voor een elevator*; (3) benaming voor hemelladder, die Jakob als visioen zag toen hij vluchtte, na zijn tweelin...

is een begrip, ontleend aan de Bijbel. In Gen. 28 : 12 wordt verhaald van het droomgezicht van de aartsvader Jacob gedurende zijn vlucht voor zijn broeder Ezau: een ladder, welker top tot aan de Hemel reikt en waarlangs de engelen Gods op en neder klimmen en dalen. Op deze plaats wordt later (Gen. 35 : 1 w.) het heiligdom van Bethel opgericht. Hetg...

Ladder, die de aartsvader Jacob in een droom aanschouwde. De voet van die ladder rustte op de aarde en het boveneinde raakte aan den hemel en Gods engelen klommen daarbij op en neder. GENESIS 28 vers 12.

1) tot den hemel reikende ladder, a/d aartsvader Jacob i/e droomgezicht verschenen; 2) riem of ketting zonder eind, waaraan bakken zijn _ bevestigd en die over 2 trommels of schijven loopt, dienende v. mech. transport v. zand, graan, enz.

of hemelladder, → Jacob (patriarch).