Wat is de betekenis van inpoldering?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inpoldering

v. (-en), 1. het inpolderen; 2. ingepolderd gebied.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inpoldering

inpoldering - Zelfstandignaamwoord 1. (aardrijkskunde) om een stuk land of moeras een dijk leggen en omdijkte gebied droogmaken en drooghouden Veel meren in Noord- en Zuid-Holland zijn door inpoldering vruchtbare landbouwgrond geworden. Woordherkomst Naamwoord van handeling van inp...

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Inpoldering

s., ynpoldering, bidiking.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inpoldering

v. inpolderingen (aanwinst van land door indijking; het ingepolderde).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inpoldering

v. (-en) 1. Eig. het → inpolderen. 2. Metn. ingepolderd land.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inpoldering

v. (-en), 1. het inpolderen; 2. ingepolderd gebied, →bedijking.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)