Wat is de betekenis van haring?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haring

m. (-en), (als stofn. v., g. mv.), 1. bekende, platte, zilvergrijze, veel gegeten zeevis (Glupea harengus): een school haringen; (als stofn.) een vaatje haring (6, 12, I8 of 24 stuks); het tonnetje riekt altijd naar de haring, men verraadt altijd van welke afkomst men is, of welke opvoeding men gehad heeft; — ...

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

haring

Het begrip haring heeft 2 verschillende betekenissen: 1) slanke, zilvergrijze zeevis. langwerpige, zilvergrijze vis, die in de zee of in de oceaan in scholen leeft en maximaal veertig centimeter lang kan worden. Op basis van paaigebied en trekpatroon kan de haring onderverdeeld worden in verschillende populaties en ondersoorten, zoals bij...

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

haring

(1974) (Gent, havenarbeiders) werkman helper: 'ze vragen een haring of twee om een wagon binnen te doen'. • (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1974)

2025-07-17
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Haring

Zie Hare

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haring

haring - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) (vissen) Clupea harengus, zilvergrijze zoutwatervis, geschikt voor comsumptie 2. soort pen waarmee de scheerlijnen van een tent in de bodem bevestigd worden, tentharing Verwante begrippen [2] antennemast, scheerlijn, stormlijn, tent, volleybalnet, windscherm, tentharing

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

haring

haring - zelfstandig naamwoord uitspraak: ha-ring 1. kleine, zilvergrijze zeevis ♢ wil jij ook een zoute haring met uitjes? 1. ze zaten als haringen in een ton [heel dicht op elkaar] ...

2025-07-17
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

haring

Zoutwaterrondvis en een bij uitstek geliefde vissoort, die in vele vormen van bereidingen en conserveringen in aanmerking komt, zoals gebakken haring, gerookte haring, zoute haring, zure of gemarineerde haring of haring in blik (met of zonder pikante saus).

2025-07-17
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Haring

Haring - met een haring in zn mond: toneeljargon voor het op de soufileur spelen. Syn.: op de pit leunen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Papiaments woordenboek

Papiaments woordenboek

haring

haring (vis)