Grondeloos
bn. (...lozer, -t), 1. zonder grond, bodemloos, oneindig diep; een grondeloze diepte; de grondeloze oceaan; — bij hem verzinkt het geld als in een grondeloze put, hij heeft nooit genoeg, komt altijd te kort; 2. (oneig.) oneindig diep of groot: de grondeloze goedheid Gods ; grondeloos verderf; 3. zonder vaste ondergrond:...