Graspieper
m. (-s), akker- of veldleeuwerik (Anthus pratensis).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
bruine zangvogel die op grasland leeft. overwegend bruine zangvogel met een lange staart die in Nederland en België veel voorkomt en daar, in tegenstelling tot andere piepers, vooral veel op nat grasland leeft. Voorbeelden: In de schrale graslanden doen krakeend en graspieper het goed. http://www.ilperveld.nl/site_life/ned/ac...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
graspieper - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) Anthus pratensis, een zangvogel uit de familie Motacillidae Woordherkomst samenstelling van gras en pieper
Vogelbescherming Nederland 2009)
De algemeenste piepersoort in Nederland. Heeft geen opvallende kenmerken, maar roep en zang zijn karakteristiek. Broedt in allerlei open landschappen, het talrijkst in open duinen. Hij is daar een belangrijke waardvogel voor de koekoek. Is als broedvogel sterk achteruitgegaan, vooral in grasland, maar trekt nog wel talrijk door, vooral in april en...
Klaas J. Eigenhuis (2004)
Anthuspratensis (Linnaeus: Alauda) 1758. Genoemd naar zijn biotoop, graslanden en andere grazige plaatsen. 'Pieper' ← naar het fijnpiepend geluid dat de vogel maakt (vooral de vluchtroep "iest-iest-iest"). Linnaeus 1758 deelde de Piepers in bij de Leeuwerikken. De beschrijvingen van diens 1e der Leeuwerikken, "Alauda a...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: