Wat is de betekenis van Getier?

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

getier

getier - Zelfstandignaamwoord 1. (pejoratief) veel lawaai maken omdat iemand boos is In 2020 zal de bevolking van Rotterdam niet langer in meerderheid een Nederlandse herkomst hebben. In Zuidwijk is dat punt al gepasseerd. En de bevolking weet het. De witte mensen die we spreken, zeggen dat ze zich „een min...

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

getier

lawaai, geraas.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Getier

s.n., geketter(mint) (it), getjirch (it).

2025-07-17
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Getier

gedierte, dieren, dier.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

getier

(gə'ti:r) o. het aanhoudend → tieren.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Getier

GETIER, o. luid geschreeuw (als blijk van uitgelatenheid, heftige smart, woede): een verschrikkelijk getier; gevloek en getier.