Enterdreg
v. (-gen), vierarmig klein anker, dat men in het tuig van een te enteren schip wierp.
M. J. Koenen's (1937)
v. enterdreggen (dreg met punthaken, om in ’t vijandelijk want te slingeren en het schip aan het eigen schip vast te leggen).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Enterdreg - is een dreg met vier armen, heeft aan de punt van elken arm een weerhaak en aan den ring een eind ketting, om het afsnijden te beletten. Zij werden aan de nokken van de onderraas opgeheschen, als men een schip aan boord wilde klampen, om het te enteren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-gen), vierarmig klein anker, dat men in het tuig van een te enteren schip wierp; aan het oog zat eerst een stuk ketting, opdat het daar weer aan bevestigde touw niet gemakkelijk gekapt kon worden.
Jacob van Lennep (1865)
z.n.v. - Dreg, die, in ’t staande want van een vyandelijk vaartuig geworpen, dient om de beide schepen tot elkander te halen en alzoo by den vyand aan boord te komen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: