Wat is de betekenis van echtbreuk?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Echtbreuk

v., het plegen van overspel door een der echtelieden.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

echtbreuk

echtbreuk - Zelfstandignaamwoord 1. het verbreken van een huwelijksband De Tien Geboden verbieden echtbreuk. Woordherkomst samenstelling van echt en breuk

2025-07-17
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Echtbreuk

Wanneer er in de droom echtbrekers verschijnen, dan wensen we in ons huwelijk of vaste relatie iets te veranderen. Zien we anderen, die overspelig zijn, dan is dit er vermoedelijk een aanwijzing voor, dat we ons niet met andermans zaken moeten bemoeien, maar eerst eens naar onszelf moeten kijken.

2025-07-17
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

ECHTBREUK

zie Overspel.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Echtbreuk

s., troubrek.

2025-07-17
Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

ECHTBREUK

Het 7e gebod van de wet der 10 geboden (Ex. 20 : 14, Deut. 5 : 18) verbiedt aan de gehuwde man gemeenschap te hebben met de vrouw van een ander, en aan de getrouwde vrouw gemeenschap te hebben met een andere man. Zie ook Lev. 18 : 20; 20 : 10; Deut. 22 : 22. In beide laatstgenoemde plaatsen wordt op overspel de doodstraf gesteld. De Schrift veroord...

2025-07-17
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Echtbreuk

het door een gehuwd persoon onderhouden van geslachtelijke gemeenschap met een ander dan zijn (haar) echtgenoot (-e) ; z overspel.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

echtbreuk

v. (het schenden van de huwelijkstrouw, overspel).

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Echtbreuk

→ Huwelijk.