Wat is de betekenis van easy?

2025-07-17
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

easy

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] simpel, makkelijk, eenvoudig - Hoe je dit potje opent? Gewoon linksom draaien. Zie je wel, open. Simpel! [alg.] rustig, kalm, ontspannen - Gezeten op een uiterst gerieflijke autostoel met een rustig muziekje op rij ik over de wegen van Nieuw-Zeeland. [alg.] meegaand

2025-07-17
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

easy

I. gerust; gemakkelijk, ongedwongen; welgesteld; flauw; easy!, kalm!; in easy circumstances, in goeden doen, welgesteld; make your mind easy, wees maar gerust; II. 1. gemakkelijk; 2. langzaam!; III. rust (poos).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

easy

('i:zi) v. (-’s) [Eng. gemakkelijk] gemakkelijke knijplorgnet: de heer met de gouden -.