dynamiek, dynamisch
bn. (van Gr. dynamis: de krachtenleer [ook: de beweging] betreffend): het dynamisch accent, krachtaccent in tegenstelling v. muzikaal accent; muz. dynamische tekens, tekens als p, f, pp, ff enz., die de mate van kracht aanduiden; moderne kunst is dikwijls dynamisch, als nl. de „beweging” overheerst.