Doft
v. (-en), ook DOCHT, roeibank ; (gew.) zitplank in een wagen.
Wiktionary (2019)
doft - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doffen ♢ Jij doft 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doffen ♢ Hij doft 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van doffen ♢ doft!
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (1998)
ieder op zijn eigen marine-uitdr. met de bet. ‘iedereen moet zelf maar zien dat hij er komt. Doft is de benaming voor een zitbank in een roeisloep. Zelfde bet. in de uitdr. opzijn oude doft zijn‘in zijn schik, knollentuin zijn’.
Kramer en de Bruin (1971)
Doft - zitplank in een open boot. Dient als zitplaats voor roeiers en vormt tevens een dwarsverband. Soms wordt de mast in een doft gevoerd; dan spreekt men van zeil- of mastdoft.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: