Defect
(<Lat.), I. bn. (-er), beschadigd en daardoor onbruikbaar : de machine, de leiding is defect, er is iets niet in orde, zodat zij niet goed werkt; — (boekdr.) deze letter is defect, is onregelmatig gegoten; — geschonden : het werk is defect, er ontbreken bladen (afleveringen of delen) aan; II. zn. o. (-en), gebre...