Wat is de betekenis van Davids?

2025-07-17
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Davids

Davids noemt men op groote schepen de ijzeren beugels, waarin de booten zijn opgehangen.

2025-07-17
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Davids

Davids, m. mv. (zeew.) ijzeren staanders.

2025-07-17
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Davids

z.n.m.mv. - Ijzeren standers aan de zijden van het achterschip, dienende om er lichte vaartuigen aan te hangen.