Wat is de betekenis van dartelen?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dartelen

(dartelde, heeft gedarteld), zich speels bewegen, huppelen, springen, rondfladderen enz.: de hinderen dartelen op het veld ; het visje dartelt in de stroom ; de lammeren dartelen in de weide ; door het leven dartelen, opgewekt, zonder zorgen door het leven gaan; — (fig.) aan de afgrond dartelen, zich loszinnig, wulps gedragen, terwijl de val...

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

dartelen

Het begrip dartelen heeft 3 verschillende betekenissen: 1) zich dartel bewegen. zich uitgelaten of speels bewegen; rondspringen; uitgelaten drentelen; ronddribbelen; in het rond huppen; in het rond vliegen (van insecten). 2) dartele vormen vertonen. dartele, springerige vormen vertonen; springerig bewegen. 3) huppelend klinken....

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dartelen

dartelen - Werkwoord 1. (inerg) speels en vrolijk heen en weer rennen     ♢ De kalveren dartelden door de weide. 2. ergatief speels en vrolijk ergens heen rennen     ♢ Zo was hij onbezorgd door zijn jeugd gedarteld.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dartelen

v., (d)joeije, hoallefoalje, dideldein(tsj)e, maljeije, mâlfarje, mâltjir(g)je.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dartelen

dartelde, h. gedarteld (zich uitgelaten of speels gedragen of bewegen, huppelen, stoeien): de kinderen - op de speelplaats; het vee dartelt in de wei; fig- door het leven -.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dartelen

(dartelde, heeft gedarteld) zich dartel gedragen, bewegen, huppelen, stoeien, springen, fladderen: een -d kalf, kind; -d door het leven gaan.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dartelen

(dartelde, heeft gedarteld), zich speels bewegen, huppelen, springen, rondfladderen: de kinderen op het veld; het visje dartelt in de stroom; de lammeren in de wei; (fig.) door het leven opgewekt, zonder zorgen door het leven gaan.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dartelen

DARTELEN, (dartelde, heeft gedarteld), spelen, huppelen, springen, rondfladderen enz. de kinderen dartelen op het veld; het vischje dartelt in den stroom; de lammeren dartelen in de weide; — (fig.) aan den afgrond dartelen, zich loszinnig, wulpsch gedragen, terwijl de val nabij is.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)