Censor
(Lat.), m. (-en, -s), 1. (Rom. gesch.) magistraat die de census vaststelde ; opzichter, zedenmeester; — 2. (thans) door de overheid aangestelde ambtenaar, belast met het onderzoeken van boeken, kranten, tijdschriften, toneelstukken enz. met het oog op hun toelaatbaarheid voor openbaarmaking of uitvoering; of wel degeen die brieven controleert...