Asaf
1. kanselier van koning Hizkia (2 Kon. 18 : 18); 2. hoofd van de Levieten die door David tot de dienst der ark worden aangesteld. (1 Kron 6 : 39).
Van Dale Uitgevers (1950)
1. kanselier van koning Hizkia (2 Kon. 18 : 18); 2. hoofd van de Levieten die door David tot de dienst der ark worden aangesteld. (1 Kron 6 : 39).
Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)
Asaf (hebreeuws asaf, afkorting van asaf'el: God heeft zich [mijner] aangenomen), naam van de eponymus van de ’zonen van Asaf’ een judeese zangersfamilie die met Zerubbabel uit de ballingschap terugkeerde (Ezr 2,41; Neh 7,44). De eponymus wordt door 1Kr 15,17-19; 16,5-7.37; 25,1-7; 2Kr 29,30; Neh 12,46v als muziekmeester van David beschouwd....
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)
1. Naast Heman en Ethan was A. het hoofd van een Levietisch zangersgeslacht ten tijde van David, 1 Kron. 6 : 39; 15 : 17, 19; 16 : 4, 5, 7. In 2 Kron. 9 : 30 wordt A. een ziener genoemd. Uit deze plaats en uit Neh. 12 : 46 blijkt ook, dat hij een tijdgenoot van David was. Zijn zonen waren reeds in de tijd van David, 1 Kron. 25 : 1, 2, 6, later onde...
John Kooy (1933)
Assap, volgens de legende, muziekonderwijzer v. koning David; dichter v. eenige psalmen i/h O. Testament.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: