Wat is de betekenis van afzijdig?

2025-07-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afzijdig

bn., alleen in zich afzijdig houden, zich ergens niet in mengen, niet deelnemen; zijn mening niet uiten.

2025-07-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afzijdig

afzijdig - Bijvoeglijk naamwoord 1. zich ~ houden: zich er niet mee bemoeien, ervoor kiezen niet mee te doen De kerken hebben zich tot nu toe in het conflict grotendeels afzijdig gehouden. 2. neutraal, niet betrokken Het land kan zich geen afwachtende en...

2025-07-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afzijdig

afzijdig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: af-zij-dig 1. er niet bij betrokken ♢ hij hield zich afzijdig bij die ruzie 1. je afzijdig houden [je er niet mee bemoeien] Bijvoeglijk na...

2025-07-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afzijdig

bn. in de zegsw.: zich afzijdig houden, a) zich terughouden, niet meedoen, b) zijn mening niet zeggen.

2025-07-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afzijdig

(af'sij:dəch) bn. alleen in de uitdr.: zich houden, zich terughouden of zijn mening niet uiten.

2025-07-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFZIJDIG

Afzijdig bn. zich afzijdig houden, zich terug houden, zich niet op den voorgrond stellen; (ook) zijne meening niet uiten.

2025-07-19
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-19
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)