Advent
(<Lat.), m. (woordelijke betekenis: nadering, naderende komst (des Heren)); R.-K.: de besloten tqd van voorbereiding voor het Kerstfeest; de vier weken voor Kerstmis door de Kerk gewijd aan de gedachtenis van de naderende komst des Heren, in de Westerse kerk beginnende op de Zondag tussen 26 Nov. en 4 Dec., in de Oosterse kerk op 15 Nov.; &mdash...