Wat is de betekenis van accent?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Accent

(<Lat.-Fr.), o. (-en), 1. (w. g.) taalklank; 2. klemtoon; (taalk.) nadruk of toonhoogte waardoor een vocalische klank zich van andere onderscheidt; 3. (klem)toonteken; — soortgelijk teken om een ander onderscheid aan te geven: de punten a en a'; 4. nadruk in alg. toepassing: het accent leggen op, in ’t bijzonder...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

accent

accent - Zelfstandignaamwoord 1. de manier waarop iemand de klanken uitspreekt Zij heeft een West-Vlaams accent. 2. een teken dat op een klinker kan worden geplaatst Er moet nog een accent op de letter e. 3. de nadruk ...

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

accent

accent - zelfstandig naamwoord uitspraak: ac-cent 1. zwaardere toon waarmee je een lettergreep uitspreekt ♢ het accent in 'aanraden' ligt op de eerste lettergreep 2. manier waarop je de woorden uitspreekt ...

2025-07-17
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Accent

(o.), syn. klemtoon; nadruk die op een bepaalde syllabe in een woord of een bepaald woord wordt gelegd; contrast syn. contrastief accent; de beklemtoning die samenhangt met een verandering van toonhoogte; b.v. Piet komt en niet Jan; melodisch syn. toonhoogteaccent, contrastverlenend accent; accent dat betrekking heeft op de verschillen in toonhoogt...

2025-07-17
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

accent

Een accent is een nadruk in muziek; het teken (1,3) waarmee je dat aangeeft is > en staat boven of onder de noot waar het om gaat.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Accent

(aksent) klemtoon; bepaalde uitspraakkenmerken; nuance

2025-07-17
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Accent

1. klemtoon. In het woord „verhoging” ligt het accent op de tweede lettergreep; 2. kenmerkende toon of wijze van uitspraak (tongval): de vreemdeling sprak Nederlands met een eigenaardig accent; hij spreekt Nederlands met een Limburgs accent.

2025-07-17
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

ACCENT

Zie Grieks IV 1 en VI, Latijn IV 1 en VI, Commodianus.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

accent

nadruk op een toon door versterking en/of verlenging.