Bij een eerste blik op de franjeschildpad of matamata – met de klemtoon op de laatste lettergreep – is het moeilijk in de wirwar van vlezige uitwassen, aanhangsels, lelletjes en velletjes een waterschildpad te ontdekken. Eerder ziet men in het bruine, op de bodem liggende geval een met algen begroeid stuk rotssteen.
Pas als men de platte, brede, driehoekige kop heeft gevonden, wordt het een beetje duidelijk hoe het dier in elkaar zit. En dat het een uitermate bizar dier is, een beetje draakachtig. Helemaal voor aan de kop, een flink stukje vóór de mondhoeken, zitten de ogen. Daartussen steekt een slurfachtig uitsteeksel schuin omhoog, een kokertje dat de neus voorstek. Als flaporen hangen boven elke ooropening grote huidlappen die dekop z’n driehoekige aanzien geven. Vier kleine, van zwemvliezen voorziene poten, een korte staart, ovaal schild en intrekbare, eveneens met uitsteeksels versierde hals completeren de matamata.
Die slurfvormige neus is zeer praktisch en een kenmerk van vele in het water levende schildpadden. De dieren kunnen met behulp ervan aan de oppervlakte ademhalen zonder de hele kop boven water te steken; het uiterste puntje van de periscoopneus is voldoende. Vaak hoeft dat niet te gebeuren; als het dier rustig op de bodem ligt – en dat doet het meestal – kan het twee tot drie uur toe met een portie opgehapte lucht.
Bij een onderzoek in New York is gebleken dat de franjeschildpad alleen in uiterste nood zwemt. In de natuur huist hij gewoonlijk in ondiep water waar hij om adem te halen weinig anders heeft te doen dan de bij rust ingetrokken hals te strekken.
Zijn voedsel verschalkt de matamata door rustig op de bodem te wachten tot er een prooidier in de buurt komt. Dan wordt met kracht de grote muil geopend en de dikke hals uitgezet, waardoor de buit, dikwijls met een ploffend geluid, naar binnen wordt gezogen. Of de huiduitsteeksels een rol spelen bij het lokken van de prooi is niet helemaal duidelijk. De matamata kan ze niet actief bewegen; wel wuiven ze in stromend water zachtjes heen en weer, wat de nieuwsgierigheid van vele vissen en andere zoetwaterbewoners zal opwekken – waardoor ze binnen het bereik van de bek van de loerende rover komen.
■ Totale lengte 35-40 cm; met gestrekte hals 65-70 cm.
Bruin, ook het piramidevormige schild dat vaak met algen is begroeid. Lijkt veel op hoop rottende bladeren.
Voedsel: Vissen, kikkers en andere waterdieren.
Legde in dierentuin van Berlijn 2 kogelronde eieren, met tussenpoos van ong. 18 mnd. Kwamen ieder na ong. 308 dagen uit.
Behoort tot z.g. halswenders, die niet, zoals meeste schildpadden, hals verticaal intrekken, maar horizontaal, in bocht, waardoor zijkant hals onder schild naar voren steekt.
Heeft geen hoornachtige bek zoals andere schildpadden. Ex. in Artis leefde meer dan 33 jaar.
Zie ook schildpadden.
Matamata Turtle • Matamata, Fransenschildkröte • Matamata
Chelys fimbriata.