iemand die de schuld krijgt.
iemand die de volledige schuld krijgt en bestraft wordt voor iets wat verkeerd gaat, ook als hij die verantwoordelijkheid met anderen deelt of als die beschuldiging onterecht is; iemand die altijd de schuld krijgt voor alles wat er fout loopt.
In hoofdzaak wordt het woord gebruikt voor personen, maar ook groepen en organisaties van mensen, toestanden die door mensen tot stand gebracht zijn of zelfs alles wat op de ene of andere manier de oorzaak van kwaad of nadeel kan zijn, kan een zondebok genoemd worden.
Voorbeelden:
'En de boeren in Zuid-Afrika die door de Engelsen in concentratiekampen uitgehongerd en gemarteld zijn? De leren, de Indiërs door de Engelsman uitgemoord. En onze jongens in de loopgraven van veertien-achttien? Daar spreekt ge niet over. Daar hebt ge geen traantje voor over. Er moeten altijd zondebokken zijn, en nu zijn dat de joden.' 'Altijd, papa?' 'Omdat er altijd zondebokken moeten zijn, hoort ge niet goed? Dat is het leven. 't Is hard als ge 't zelf moet zijn, maar er is iets als geluk en geen geluk in 't leven.'
Hugo Claus, Het verdriet van België, 1983
De slachtoffers waren of potentiële dwarsliggers - kinderen die duidelijk intelligenter waren dan de leerkracht, bijvoorbeeld - of de zwaksten in de klas, de geboren zondebokken: uitzonderlijk lelijke kleine meisjes of buitenlanders of zenuwpezen met moeilijkheden thuis.
NRC, 1994
Kenmerken van de zondebok. De zondebok is vaak lichamelijk zwakker dan gemiddeld en heeft een negatief zelfbeeld; ziet zichzelf dus als waardeloos en onaantrekkelijk.
http://www.pesten.net/index_scholieren.html
De opgekropte frustraties kunnen zich bij gebrek aan democratische kanalen politiek niet ontladen. Het is tegen die achtergrond erg gemakkelijk alles af te schuiven op zondebokken, in de eerste plaats de rijkere Chinezen, van wie velen christenen. Zij symboliseren de kloof tussen arm en rijk.
De Standaard, 1996