Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

zeemeeuw

betekenis & definitie

meeuw met de kust als leefgebied.

meeuw die aan de zeekust wordt aangetroffen, vooral als algemene benaming in toepassing op de kokmeeuw, de zilvermeeuw, de stormmeeuw en de mantelmeeuw.
Is ornithologisch geen gangbare soortaanduiding.

Voorbeelden:
Uit de jongste vondsten zou ook af te leiden zijn dat de Noord-Amerikaanse pterosaurussen langs de kust leefden en konden drijven zoals zeemeeuwen.
De Standaard, 1996

Deze zomer was ik op een prachtig strand in Engeland. Alles was perfect, behalve die ene zeemeeuw die alles terroriseerde. Laag overvloog en agressief aanviel op alles wat eetbaar was.
http://www.salesgids.com/artikelen-sales/eye-opener/de-zeemeeuw-manager

Dan geef ik Ama een koekje om haar te kalmeren. Afwezig neemt ze een hap en gooit het dan uit het raam. Een zeemeeuw pikt het op en laat in ruil een grote witte klodder op de auto vallen.
Ben Faccini, De jongen die alles goed wou denken, 2001

< >