Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

zanglust

betekenis & definitie

lust om te zingen.

lust om te zingen; zin om te zingen; lust om zang ten gehore te brengen.
Het woord komt vooral voor als benaming van zangverenigingen en verenigingen van vogelliefhebbers.

Voorbeelden:
Een heel klein aanknopingspuntje vond ik in het wetenschappelijk onderzoek van de heer Thorpe, die ontdekte dat de kanaries op de Canarische Eilanden in hun natuurlijke omgeving, een kleine toename van het testosterongehalte te zien gaven in september en oktober en het is misschien deze toename van het testosterongehalte dat een verklaring geeft voor de toenemende zanglust van onze kanaries op een tijdstip waarop in de natuur bijna geen enkele vogel zingt.
http://home.planet.nl/~harzer/home.htm

Van Putte kreeg het zilver wegens haar verdienste voor de zangvereniging Zanglust uit Vollenhove, waarvan ze veertig jaar vaste pianiste is.
Meppeler Courant, 1995

Op de Nederlandse kampioenschappen van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers die van 11 tot en met 14 januari in Breda werden gehouden, behaalde Willem Bos van vogelvereniging Zanglust uit Zuidwolde het Nederlands kampioenschap met een stam groenlingen wildvorm.
Meppeler Courant, 1996

< >