pret die iemand van tevoren heeft.
pret die iemand van tevoren heeft in afwachting van een gebeurtenis, evenement of activiteit; plezier dat iemand van tevoren heeft; genoegen dat iemand schept in iets wat staat te gebeuren, zoals een vakantie, een uitje, een groot sportevenement, een feest, een etentje, seks, een geboorte, een bezoek van of aan iemand, een concert, een filmvertoning of een televisie-uitzending.
Voorbeelden:
Voorpret, dat is zoiets als een kind dat de nacht voor het schoolreisje waarop een speeltuin zal worden bezocht van blije spanning geen oog dicht doet (nou ja - vroeger dan, nu zou de bestemming minstens Eurodisney moeten zijn).
http://www.jeanne-doomen.net/doodle.html
Slecht slapen de nacht voor vertrek zal ik zeker doen. Zelf zou ik het geen voorpret noemen. Maar reiszenuwen van een ziekelijke hypochonder - dat klinkt niet leuk.
http://www.jeanne-doomen.net/doodle.html
De begintitels dartelden veelbelovend op muziek van Van Morrison, voorpret werd mijn deel, maar al snel raakte ik in toenemende mate teleurgesteld. Het geheel beantwoordde wel aan de vorm die een sitcom volgens het boekje vereist, maar aldoor zaten de hoofdrolspelers om spitse dialogen en goeie grappen verlegen.
Rudy Vandendaele, Dwarskijker, 1996-1998