varken voor de vleesproductie.
varken dat wordt gekweekt voor de vleesproductie.
Voorbeelden:
Een varkenshouder met 4.000 vleesvarkens heeft volgens de in de wet vastgelegde normen al snel 175 hectare grond nodig voor zijn mest.
http://www.clm.nl./index_nl2.html
Met het doel de bedrijfsresultaten van gelijkaardige bedrijven te vergelijken maakt Gellynck de volgende indeling: • fokkerij: bedrijven met enkel zeugen (exclusief de jonge of niet gedekte zeugen) en biggen; • mesterij: bedrijven met enkel vleesvarkens; • gesloten bedrijven: bedrijven met per 100 zeugen (exclusief jonge zeugen) minimaal 500 en maximaal 800 vleesvarkens; • gecombineerde bedrijven eerder fokkerij: bedrijven met per 100 zeugen (exclusief jonge zeugen) minder dan 500 vleesvarkens; • gecombineerde bedrijven eerder afmesterij: bedrijven met per 100 zeugen (exclusief jonge zeugen) meer dan 800 vleesvarkens; • andere: bedrijven zonder zeugen of vleesvarkens, gespecialiseerd in de productie van fokmateriaal zoals jonge zeugen of beren.
http://www.innovatie.vlaanderen.be/pbo/eindrapporten/PBO97-49-162-varkenshouderij.pdf, 1999
Nu is een big natuurlijk ook een varken, maar een kind begrijpt dat een big in zijn korte leven veel minder mest produceert dan een vleesvarken in zijn hele bestaan; veel minder dan 10 procent om 'precies' te zijn.
NRC, 1995
Bij de vleesvarkens leggen we de accenten voor de voeding op drie groeifasen. Allereerst is het van belang dat ze een gezonde start maken. Veilig voer met licht verteerbare grondstoffen ondersteunt door toevoegingen zoals onder meer zuren moeten zorgen voor een goede start van de vleesvarkens. Een goed begin is meer dan het halve werk. In deze startfase moet de basis gelegd worden voor de tweede groeifase. In dit traject zijn vleesvarkens in staat een topprestatie te leveren met het juiste voer. In de laatste fase wordt de nadruk gelegd op het vleeskwantiteit en kwaliteit.
http://www.brameco-zon.nl/index2.htm