visverkoper.
iemand die voor zijn beroep vis verkoopt; visverkoper.
Voorbeelden:
Dat de zalm in de visfarms wordt volgepropt met antibiotica en andere troep, spreekt professor Sorgeloos tegen. "De jongste drie jaar gebruiken zalmkwekers steeds minder antibiotica om ziekten bij hun vissen te bestrijden [...]." Maar de gekweekte zalm verloor aan kwaliteit. Een wilde zalm die opgroeide in stromend water en voortdurend op voedsel jaagde, had een stevig spierweefsel. In die kooien in een rustige fjord bewegen ze amper. Mousse. "Als wij daar met ons mes doorgaan, heb je meer mousse dan zalm, een dun mootje kun je niet meer snijden", zegt visboer Guido Meersschaut.
De Standaard, 1996
Hoe gek moet je zijn om in de bijtende kou uitgerekend met een koelwagen op de markt te staan? Niet veel gekker dan een postbode of een politieagent, vinden de visboeren en de slagers op de Gentse Vrijdagmarkt.
De Standaard, 1997
Na bij een viskraam geparkeerd te hebben, waar we eerst maar eens goed gingen lunchen, kon het dansen gaan beginnen. En reken maar dat die visboer een goede omzet heeft gehad, de gebakken kibbeling en de Hollandse nieuwe trokken heel veel eters die ook net aankwamen voor het festival.
http://www.gomagazine.nl/artikel.jsp?articleId=1163, 2003