Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

verpleger

betekenis & definitie

verpleegkundige.

iemand die zich voor zijn beroep bezighoudt met de verpleging, verzorging van zieken en hulpbehoevenden; man die zich voor zijn beroep bezighoudt met de verpleging, verzorging van zieken en hulpbehoevenden; ook: het beroep van verpleegkundige; verpleegkundige.
Is in de betekenis 'het beroep van verpleegkundige' en in het meervoud in toepassing op mannen en vrouwen.

Voorbeelden:
"Op nieuwjaarsdag komen vooral mensen binnen die met een slok op achter het stuur kruipen en ongelukken veroorzaken." Terwijl een verpleger de bloedvlekken van de vloer dweilt, strompelt een patiënt alweer naar buiten.
NRC, 1994

Bevallen gaat in Bumba niet zoals bij ons. Keizersnedes gebeuren er onder lokale verdoving en er komt geen dokter aan te pas: het is een verpleger die opereert.
De Standaard, 1996

Ook al bleef hij maar enkele minuten binnen om een spuitje te geven, ze betoonden zich opgetogen als ze hem zagen [...]. Sommigen kloegen of mopperden, af en toe vloeiden er tranen. Maar dat duurde zelden lang. Ze wisten dat de verpleger in vele huizen kwam en er mensen verzorgde die, misschien, nog meer leden dan zij [...]. Toen de laatste patiënt verzorgd was, vertelde de verpleger bij een kop koffie dat wat hem rechthield, het respect voor die mensen was. Maar soms werd het hem wel eens te veel.
De Standaard, 1996

Op weg naar zijn woonplaats Delft raakte hij van de weg. Vrijwel onmiddellijk kreeg hij hulp van ambulancepersoneel, dat ooggetuige was van het ongeval. De verplegers reanimeerden Dorjee en brachten hem naar het Academisch Ziekenhuis in Brussel waar hij nog steeds op de afdeling intensieve verpleging ligt.
De Standaard, 1996

"Euthanasieverzoeken worden vaak het eerst tegenover de verplegers geuit. Dikwijls klinkt dat verzoek ook anders dan tegenover een dokter: minder omslachtig en minder twijfelachtig. Bovendien hebben verplegers vierentwintig uur per dag te maken met een patiënt op een meer intieme wijze, terwijl de arts één enkele keer per dag langskomt tijdens de visite. De kans is dus groot dat verplegers over relevante informatie beschikken waarvan de arts niet op de hoogte is."
De Standaard, 1996

De vakbonden van verplegend personeel, vroedvrouwen en ziekenhuistechnici in de openbare sektor aanvaardden donderdag een akkoord over hoger loon en verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd voor verplegers. Daardoor komt een einde aan een zeven weken oude staking die de werking van de gezondheidszorg vertraagde.
De Standaard, 1996

Toen de Vlaamse welzijnswerkers en verpleegkundigen eind jaren tachtig hun ongenoegen uitten over de bezuinigingsplannen van de regering, kreeg hun protest de naam witte woede - waarschijnlijk in verband met de witte uniformen van de verplegers. De uitdrukking is nu overgeslagen naar Nederland. Maar de betekenis is vager: witte woede is gewoon 'hevige woede', zonder de gedachte aan bezuinigingen of ziekenhuizen.
TaalActief, 2000

< >